Basis onderdelen
Kettelstiften (oogjesstift):
Dit zijn metalen stiften met een oogje. Rijg een kraal of een aantal kralen op de stift en knip deze af tot ong. 1 cm boven de kraal. Buig een oogje met de rondbektang. (zie ook de uitleg “ kettelen” bij de technieken.)
Nietstift (eindstift):
Dit zijn metalen stiften met een spijkerkopje. Met deze stiften maak je hangers voor aan bijvoorbeeld een ketting.
Acculon:
Dit is geplastificeerd staaldraad. Dit draad is erg sterk en prettig om te gebruiken bij geregen kettingen en de zweef kettingen. Dit draad kan niet geknoopt worden maar wordt met knijpkraaltjes vastgemaakt.(zie ook de uitleg “rijgen” bij de technieken).
Verzilverd draad (ijzerdraad):
Dit draad kan je gebruiken om bijvoorbeeld zelf je kettelstiften mee te maken. Neem hiervoor dikte 0,6 of 0,8 mm.
Elastisch nylon:
Hiermee kan je armbanden rijgen of bijvoorbeeld horlogebanden.
Nylon kralenrijgdraad:
Aan dit draad zit een soort naaldje waardoor je makkelijk fijne kralen kunt rijgen. Dit draad wordt veel gebruikt voor de parelkettingen. Rijg een parel op het draad, maak een knoopje en rijg weer een parel. Herhaal dit tot de gewenste lengte bereikt is. Bevestig het slotje d.m.v. een knoopje. Je kan het knoopje ook wegwerken in een kalotje.
Transparant nylongaren (vissersgaren):
Sterk draad, verkrijgbaar in verschillende diktes. Dit draad is in tegenstelling tot het acculon gewoon te knopen.
Jasseron:
Metalen schakelketting. De schakels zijn makkelijk te openen m.b.v. 2 tangen. Met jasseron maak je bijvoorbeeld een bedelketting door geregen niet- en kettelstiften d.m.v. ringetjes aan de jasseron schakels te hangen.
Knijpkralen:
Kleine metalen kraaltjes in goud, zilver of bronskleur. Deze worden gebruikt voor het afwerken van sieraden en voor de zwevende kettingen.( zie ook de uitleg “rijgen” bij technieken. Deze knijp je plat m.b.v. de platbektang op bijvoorbeeld acculon.
Kalotjes:
Deze bolletjes gebruik je om je sieraad mooi af te werken. Knijp een kalotje m.b.v. een platbektang over het plat geknepen knijpkraaltje. Bevestig hieraan m.b.v. een ringetje het slotje.
Veterklemmetje:
Deze klemmetjes zet je aan het uiteinde van een veter of bijvoorbeeld waxkoord. Het klemmetje knijp je m.b.v. een platbektang om de veter. Met een ringetje zet je hier weer een slotje aan.
Ringetjes:
Kleine ronde of ovale ringetjes die je kan openbuigen. Maak de ringetjes open door deze vast te houden met 2 tangen en de uiteindes zijwaarts open te buigen. Sluit ze weer op dezelfde manier.